Bij de toepassing van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR) lopen juristen in de praktijk tegen problemen aan waarin de wet niet voorziet. Wat zijn dan de rechtsgevolgen? En hoe kun je die eventueel herstellen? Birgit Snijder-Kuipers vertelt erover.
“De Wet bestuur en toezicht rechtspersonen is in juli 2021 in werking getreden. De basis van de WBTR is inmiddels bekend. Het is interessant om stil te staan bij de actuele ontwikkelingen rondom de toepassing van de wet. Zo zijn in de WBTR onder meer de ontslaggronden voor een bestuurder van een stichting uitgebreid. Inmiddels is er in de jurisprudentie een ontwikkeling te ontwaren hoe rechters omgaan met deze ontslaggronden, zoals bijvoorbeeld het ontslag van Sywert van Lienden als bestuurder van Stichting Hulptroepen Alliantie (SHA), de mondkapjesdeal.”
Meervoudig stemrecht
“Bij de toepassing van de WBTR kunnen juristen in de praktijk problemen aantreffen. Wat zijn de rechtsgevolgen van eventuele omissies en hoe zijn deze omissies eventueel te herstellen? Er kunnen vragen rijzen over meervoudig stemrecht. Bestuurders mogen niet meer stemmen uitbrengen dan de andere bestuurders tezamen. De statuten moeten bij de eerstvolgende statutenwijziging worden aangepast. Wat nu als de statuten worden gewijzigd, maar op dit punt abusievelijk niet zijn aangepast aan de nieuwe regeling? Kan de geldigheid van de besluitvorming dan ter discussie worden gesteld? Heeft dat tot gevolg dat elke bestuurder één stem heeft of behoudt degene het maximaal toelaatbare aantal stemmen? Er geldt een overgangsperiode van vijf jaar. Als de statuten op 1 juli 2026 nog niet zijn aangepast, dan vervalt het meervoudig stemrecht dat niet voldoet aan de nieuwe wettelijke regeling van rechtswege. Er is dus voldoende tijd om de statuten aan te passen aan de nieuwe wettelijke regeling.”
Tegenstrijdig belang
“Ook het onderwerp ’tegenstrijdig belang’ uit de WBTR kan in de praktijk vragen oproepen. In de wet is bepaald dat wanneer een bestuurder een persoonlijk belang heeft dat in strijd is met de belangen van de rechtspersoon, de bestuurder niet mee mag doen aan de beraadslagen en besluitvorming. Maar wanneer is sprake van een tegenstrijdig belang? Neem bijvoorbeeld de aankomende Wet toekomst pensioenen. Op grond daarvan moeten straks besluiten worden genomen over nieuwe pensioenregelingen. De vraag rijst dan of bestuurders daarover mee mogen besluiten of dat sprake is van een tegenstrijdig belang omdat de pensioenregeling hen ook persoonlijk raakt.”
Professionalisering rechtsvormen
“Ik zie als algemene tendens een professionalisering van de rechtsvorm stichting, vereniging, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij. De wettelijke regeling voor deze rechtspersonen groeit steeds verder toe naar de regeling voor de kapitaalvennootschappen. In deze ontwikkeling past bijvoorbeeld de discussie die momenteel wordt gevoerd over de uitbreiding van een bredere openbaarmakingsplicht voor stichtingen. Ook is deze tendens zichtbaar bij de regels die voor de ANBI’s gelden. Op ANBI’s rust een verdergaande verplichting om gegevens openbaar te maken, bijvoorbeeld via de website. De Belastingdienst houdt toezicht daarop en kan bij niet-naleving van de regels de ANBI-status intrekken, zelfs met terugwerkende kracht.”
Birgit Snijder-Kuipers is hoogleraar Corporate Compliance and Anti-Money Laundering aan het Onderzoekcentrum Onderneming & Recht (Radboud Universiteit) en kandidaat-notaris bij De Brauw Blackstone Westbroek.